Roadtrip - Reisverslag uit Alice Springs, Australië van Charlotte Slotboom - WaarBenJij.nu Roadtrip - Reisverslag uit Alice Springs, Australië van Charlotte Slotboom - WaarBenJij.nu

Roadtrip

Door: Charlotte S

Blijf op de hoogte en volg Charlotte

28 Mei 2015 | Australië, Alice Springs

Naast dat het tussen de meisjes en mij totaal niet klikte bleef ik toch genieten. Ik merkte dat als ik mij liet vangen in de emoties van, dat ik de gene was die alles verkeerd deed en probeerde te veranderen, het niets toevoegde voor de communicatie tussen ons. Ik vertelde wat ik dacht en voelde, maar er werd niet geluisterd. Ik vroeg wat ze wilden, en ik luisterde ernaar. Maar toch veranderde er niks. In een relatie tussen mensen, op welke manier dan ook, moet je allebei toegeven en veranderen, naar elkaar toebuigen, wil het werken. Anders werkt het niet. Ik kon buigen en toegeven wat ik wilde, maar het bleef het zelfde. Het lukte mij niet om voor mijzelf op te komen en ik voelde mij een buitenstaander.
Wat ik moest doen, volgens de meisjes, was dat ik de groep meer als geheel moest zien en daarin zo ook handelen. Dat klonk wel oké in mijn oren en ik probeerde dat ook te doen. Ik zette de tent op, pakte niet alleen mijn eigen slaapzak maar ook die van hun als ik de spullen in de tent legde en reed veel meer in de auto dan het andere meisje met rijbewijs. Maar wat ik ook deed, niks hielp. Ik voelde me soms zo rot, dat ik dacht dat het misschien toch wel allemaal aan mij lag. Ik weet dat ik soms egocentrisch kan zijn, niet uit egoïsme, nee, want ik was niet egoïstisch. Maar uit angst om mijzelf te vergeten en mijn gevoelens compleet te negeren waardoor ik mijzelf zou verwaarlozen. Dat heb ik helaas al te vaak gedaan en ik wil mijzelf geen verdriet meer doen. Omdat we zo buitengesloten waren van de rest van de wereld kon ik dit rot voel op sommige momenten moeilijk opzij zetten. Als wij andere mensen tegen kwamen die aardig waren, moest ik soms bijna huilen als we ze weer achter moesten laten. Vriendelijkheid in de groep was ver te zoeken.
Toch ging ik door om zo meer mogelijk het groepsgevoel te krijgen, ik bleef de tent opzetten, veel meer autorijden dan het andere meisje met rijbewijs en ik bleef ook voor de spullen van de anderen zorgen. Zelfs als de anderen iets nodig hadden gaf ik dat uit mijn eigen spullen, wat zeker een bijzonderheid voor mij is. Ik leen of geef mij spullen niet zo snel aan anderen. Ik gaf ze mijn zonnebrand, mijn aansteker voor het vuur, mijn verbandtrommel. Het gaf mij in elk gevoel een goed gevoel dat ik mij best deed.
We reden door woestijnen en droge vlaktes. Het was prachtig. Ik genoot enorm van de wijde vlaktes met niks anders dan natuur. Vooral omdat ik zelf veel reed zag ik veel meer als de anderen, die lagen dan in de auto te slapen. Ik zag een uitelkaar gereten kangoeroe op de weg die werd opgegeten door een enorme grote vogel. Zwart was hij, ik denk een adelaar. Emoes die in groepen voorbij lopen opzoek naar eten. Het rode zand dat steeds roder werd naarmate de zon onderging. Als ik riep,´ ooh kijk!´ Dan kreeg ik vaak een ´phmfff´ als antwoord of helemaal niks. Daarom genoot ik alleen, van al het moois wat ik zag.

We kamperen wild in de natuur, gewoon op een stukje grond waar het mocht van de Australische regering om te staan met je tentje. Dat vond ik echt geweldig. Ik ontdekte hoe weinig je eigenlijk als mens nodig hebt om te leven. Ik droeg al een tijd geen make up meer en dat maakte mijn ochtend ritueel een stuk korter. Wel kamde ik graag nog mijn haar en smeerde mij huid met een vochtige crème en zonnebrand in. De zon was zo sterk hier dat je, ook al zag je hem niet, snel verbrande. Midden in de outback had de zon een grote regenboog cirkel om zich heen. Bizar om te zien, ik weet niet waarom dat was, mijn vermoeden was het gat in de ozonlaag dat boven Australië het grootst was, maar dat is een gok.
We poetsen onze tanden bij een wctje die we tegen kwamen langs de weg. Meer was het niet. Douchen heb ik in die 10 dagen, denk ik, maar 2 keer gedaan. Een keer een warme gratis douche bij een camping waar meerdere mensen stonden en een keer bij Cober pedy waar het ijskoud water was. S nachts is de temperatuur in de outback echt koud, en je moet je dik in pakken wil je kunnen slapen in de kou. Omdat het nu hier winter wordt ik Australië, verklaarde mensen ons voor gek dat we wild kampeerden. Veel te koud. Ik moet eerlijk zeggen dat ik met mijn dunne slaapzakje en mijn grote dikke vliesdekken die ik van mijn familie in Adelaide geleend had, het totaal niet koud had s nachts. Ik voelde wel dat mijn neus heel koud werd en de lucht om mij heen, maar ikzelf gloeide als een kooltje. De anderen klaagde veel over de kou.
Als ik s nachts naar de wc ging, dat wil zeggen, buiten de tent een plekje zocht wat als mijn wc zou dienen, keken vele grote lichtgevende ogen mij aan als ik rondscheen met mijn zaklamp. Posums keken vanuit de boom en op de grond naar mij. De eerste keer schrok ik mij helemaal wild. Maar toen ik erachter kwam dat het maar die kleine schattige beestjes waren, voelde ik mij veilig.
Je hoorde vogels en anderen dieren rondscharrelen om de tent. Maar we hebben geen slang of kangoeroe gezien.
In 2 dagen kwamen we al aan in Alice Springs. We hadden vele kilometers gereden in die dagen. Alice Springs was een stadje midden in de outback en het midden van Australië. Er was niet veel te doen, overal liepen dronken en aan drugs verslaafde Aboriginals rond. Ze liepen in vieze kleren over straat en leken meer buiten dan binnen te leven. Sommigen hadden kinderen bij zich waarvan de haren blond gekleurd waren. Door de zon?
We kampeerden in een stukje gras, een kwartiertje verwijderd van Alice Springs. Daar waren andere mensen die een vuur hadden gemaakt. We gingen erbij zitten. Dat was gezellig.
De dagen erna reden we rond rondom Alice Springs om alle mooie natuurmonumenten te zien. Water dat zo stil lag dat het net een spiegel was, prachtige rotsformaties en mooie rivieren en bergen. Erna was Kings Canyon aan de beurt. We wandelen beneden door de Canyon en gingen niet naar de langere wandeling over de top. Ik vond het niet veel aan. Van bovenaf had ik het, denk ik, mooier gevonden.
De dag erna sliepen we vlak bij het national Park van Uluru en Katatjuta. Ik genoot nog steeds erg van het wild kamperen. Je voelt je zo vrij en als je dan die ene douche vind of dat toilet kun je er zo van genieten van die kleine luxe. Het eten dat we aten was totaal niet mijn keuze, heel veel mais en bonen, wat ik allebei zelf nooit zou eten. Maar ik at gewoon wat de pot schafte, vaak had ik zo’n honger dat ik niet eens merkte wat ik at. Als het maar eetbaar was. We aten veel pasta met een klein beetje groente in blik en pesto of tomatensaus. Meer niet. Soms een banaan als toetje. Overdag brood met pindakaas en jam samen. Ze wilde chips en chocolade omdat ze dat misten, maar ik miste niks. Ik vond het prima, ik hoefde niet zo veel te eten. Het was voor mij een te grote stap om een zak chips te gaan zitten eten midden in de outback, als je moest opletten of je wel genoeg water bij je had en of de benzine metertje niet te laag kwam. Wie denkt er dan aan chips of chocolade? Ze wilde wijn en klaagde over dat ze soms wel een week zonder hadden gedaan. Daarna klaagde ze over dat alles zo duur was en dat ze bijna geen geld aan dingen wilde uitgegeven (vandaar onze karige maaltijden). Ik snapte ze totaal niet. Waarom drink je dan wijn? Waarom is dat zo’n probleem? Het was aan hen en er kwam wijn. Maar ik lustte het niet, uiteindelijk kochten ze bier. Dat was al een stuk beter te doen. Een biertje op zijn tijd is veel lekkerder dan een goedkope fles wijn.
Voor mij waren ze soms nog echt van die kleine zeurende pubermeisjes die geen interesse hadden in het leven om zich heen. Er waren geen diepe gesprekken, zo erg lachen dat je van je stoel viel of gewoon in alle rust luisteren naar de geluiden om je heen.
Uluru, de rode rots, doemde voor ons op toen we er heen reden met de auto. Ik was veel meer onder de indruk dan ik verwacht had. Mensen zeggen het is maar een rots, en het is ook maar een rots. Maar het is wel een rots met veel geschiedenis, een rots dat de zelfde functie heeft als een kerk, een rots dat midden in de enorme outback staat zonder andere rotsen erom heen. Gewoon een grote rode rots in die grote platte vlakte. Prachtig. Ik en een ander meisje hadden hem beklommen. De andere twee durfden niet. Er was een klein ijzeren lijntje waar je je aan vast kon houden en dan maar lopen op die gladde steile rots. Het was eigenlijk verboden en ook gevaarlijk en de adrenaline stroomde door mijn lijf. Eenmaal boven had je een prachtig uitzicht over de grote vlakte om je heen en in de verte de rotsen van Katatjuta. Beneden aangekomen was ik trots om mijzelf dat ik weer een angst overwonnen had.
We maakten nog een wandeling door de rotsen van Kata tjuta, een prachtige rotsformatie met ronde vormen.

Op de terugweg naar Adelaide, reden we weer langs Coober Pedy het opal miners dorpje. We sliepen er een nacht en ik besloot om een tour te doen door een opal mine en een ondergronds huisje. Ik deed dit alleen, voor de anderen was het te zonde om hun geld uit te geven aan zulke ´onzinnigheden´.
De opal mine vond ik erg bijzonder om te zien. Het is een gangenstelsel onder de grond waar je snel kunt verdwalen. Je kroop door sommige gangetjes heen en kwam dan weer uit een in splitsing van allemaal andere gangetjes die er het zelfde uitzagen. Ik genoot er erg van om zo rond te lopen met een rode mijnershelm op mijn hoofd. Het ondergrondse huisje vond ik echt bijzonder om te zien. Alles was er, een keukentje met over en fornuis, de kinderkamer met speelgoed, knuffels en posters aan de muur en de woonkamer met bank, oude TV uit de jaren 60 en een groot tweepersoons bed. Zelfs de badkamer met bad en een wc’tje was er en dat allemaal onder de grond. Ik ben blij dat ik geweest was. Terug bij de meiden wilde ik vertellen wat ik gezien had, maar de sfeer was zeurpruim sfeer dus ik hield mijn enthousiasme voor me. S avonds bezochten we een man die roadkills van de weg verzorgde. Hij had hele lieve kangoeroes die je handen schoonlikte als je ze pinda´s gaf. Er was ook een heel klein baby kangoeroetje, een joey, van nog maar een paar maanden. Hij sliep in een grote zak en was nog te bang om verder dan een meter bij die zak vandaan te gaan. Hij hupte een beetje onzeker voort en schoot snel weer de zak in. Zijn moeder was aangereden op de weg en hij was alleen achter geleven. Gelukkig hadden mensen hem gevonden.
De laatste nacht sliepen we in een klein dorpje tussen de bomen. De geur van het bos in de ochtend was heerlijk. De zon die goude stralen scheen tussen de bomen door. In het dorpje had ik met een man staan praten die de zelfde dwaze blik en ogen had als Willie Wonka van Sjaakie en de chocolade fabriek.
Terug in Adelaide zette ik de meiden ergens af en bracht de auto zelf terug naar de carrental. Ik voelde een last van mijn schouders, de negatieve sfeer verdween met de meiden mee en ik was weer alleen met mijzelf in het grote, grote Australië.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Australië, Alice Springs

Mijn eerste reis

Recente Reisverslagen:

27 September 2015

Afscheid

17 Augustus 2015

leven met Robert de wereldreiziger

01 Juli 2015

leven in de natuur

23 Juni 2015

avonturen in Queensland

28 Mei 2015

Roadtrip
Charlotte

Mijn wereldreis verslag. Verhalen over wat ik mee maak, denk en voel tijdens mijn reis. Mijn reis begint op 23 februari 2015. Ik stap op het vliegtuig naar Sydney, Australië. Alleen, met mijn backpack en mijzelf. Zonder echt doel of eindbestemming, puur reizen voor het reizen. Nieuwe ervaringen, uitdagingen en ontmoetingen.

Actief sinds 18 Maart 2015
Verslag gelezen: 274
Totaal aantal bezoekers 5694

Voorgaande reizen:

18 Maart 2015 - 31 December 2015

Mijn eerste reis

Landen bezocht: